De diagnose zaadbalkanker

Wanneer je hoort dat je (waarschijnlijk) zaadbalkanker hebt, is dat een flinke schok. Hoe gaat het verder? En wat kun je doen? Je leest het op deze pagina.

De voorlopige diagnose

Na de eerste onderzoeken krijg je een voorlopige diagnose. Die is gebaseerd op de uitslagen van het lichamelijk onderzoek, het bloedonderzoek en de echografie. De arts geeft daarbij advies over wel of niet opereren.

Omdat een eventuele operatie snel moet plaatsvinden, heb je maar kort de tijd om te beslissen. 

Vragen voor de arts:

• Wat geven de uitslagen precies aan?
• Hoe groot is de kans dat het zaadbalkanker is?
• Zijn er uitzaaiingen?
• Wat is de prognose?
• Ik wil nog graag kinderen krijgen. Moet ik dan voor de operatie sperma laten invriezen?

De definitieve diagnose

Na de operatie volgt de definitieve diagnose. Dan is ondertussen het weefsel van de weggenomen zaadbal onderzocht in het laboratorium. De arts kan dan zeggen of je zaadbalkanker hebt, welke soort, of er uitzaaiingen zijn en of er nog een vervolgbehandeling nodig is.

In gesprek over de diagnose

De diagnose hoor je in een gesprek met de uroloog. Je krijgt ook te horen in welk stadium de ziekte is en welke behandelingen daarbij passen. 

Bereid je goed voor op het gesprek met de arts. Bekijk de tips en voorbeeldvragen voor het gesprek.

Ziekenhuizen voor zaadbalkanker

Het is belangrijk dat je een behandeling krijgt in een ziekenhuis dat ervaring heeft met zaadbalkanker. Bekijk de ziekenhuizen voor zaadbalkanker.

Casemanager: een vast aanspreekpunt

Tijdens de onderzoeken en behandeling krijg je verschillende behandelaars. Het is dan handig om een vast aanspreekpunt te hebben. Dit heet casemanager. Steeds meer ziekenhuizen werken met casemanagers. Vaak is dit een oncologieverpleegkundige, of een verpleegkundig specialist.

Een casemanager is jouw vaste aanspreekpunt in het ziekenhuis. Hij of zij is verantwoordelijk voor je behandelplan, houdt overzicht over het hele traject en heeft contact met de verschillende behandelaars.

Bespreek met de behandelend arts of je een casemanager kunt krijgen.