Soorten chemotherapie

Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.

Naar colofon
Opslaan

Er zijn verschillende soorten chemotherapie. Iedere soort heeft een andere invloed op de celdeling. Lees welke soorten er zijn en hoe ze werken.

Bij chemotherapie krijg je een behandeling met cytostatica: medicijnen die kankercellen doden of de groei van de tumor remmen. Deze medicijnen gaan via het bloed naar je cellen.

Er bestaan veel verschillende soorten cytostatica. Ze werken allemaal anders. Sommige medicijnen beïnvloeden de kankercel op het moment dat deze zich deelt. Andere cytostatica doen dit op een eerder tijdstip. 

De arts weet welke chemotherapie het beste werkt bij jouw soort kanker. Hij of zij baseert zich daarbij op landelijke richtlijnen en protocollen, en op uitkomsten van recente studies.

Bij de keuze van de medicijnen houdt de arts rekening met je gezondheid, bijvoorbeeld met de conditie van je nieren en je lever. 

Cytostatica zijn in te delen in 6 groepen:

Alkylerende middelen

Alkylerende middelen maken breuken in het DNA van de kankercel. Door die breuken kan het DNA niet verdubbelen. Die verdubbeling is nodig om een cel te laten delen. Zo kan de tumor dus niet verder groeien. 

Deze medicijnen maken de breuken op een speciale manier: ze binden aan het DNA van de kankercel met een molecuul dat een alkylgroep heet. De alkylgroep verandert de structuur van het DNA, waardoor er breuken ontstaan. Daarom heet deze categorie medicijnen: alkylerende middelen.

Dit zijn veel gebruikte alkylerende middelen voor de behandeling van kanker:

  • bendamustine
  • busulfan
  • chloorambucil
  • cyclofosfamide
  • dacarbazine
  • ifosfamide
  • lomustine
  • melfalan
  • procarbazine
  • streptozocine
  • temozolomide
  • thiotepa

Antimetabolieten

Ook antimetabolieten verstoren de verdubbeling van het DNA. Een antimetaboliet is een stofje dat erg lijkt op een metaboliet, maar de werking ervan mist.

Metaboliet is de vakterm voor een onderdeel van de stofwisseling. Alle cellen, ook kankercellen, zijn eigenlijk kleine stofwisselingsfabriekjes. Ze zetten bepaalde stoffen om in andere stoffen. 

Metabolieten zijn ook nodig om het DNA te verdubbelen. Komt er een antimetaboliet in de cel, dan gebruikt de cel die antimetaboliet voor de stofwisseling. Maar de antimetaboliet werkt dus niet. Daardoor kan het DNA niet verdubbelen.

Dit zijn antimetabolieten tegen kanker:

  • azacitidine
  • capecitabine
  • cytarabine
  • cladribine
  • clofarabine
  • decitabine
  • fludarabine
  • fluorouracil
  • gemcitabine
  • mercaptopurine
  • methotrexaat
  • nelarabine
  • pemetrexed
  • tegafur/gimeracil/oteracil
  • tioguanine

Antimitotische cytostatica

Antimitotische cytostatica kunnen tumorcellen op een aantal manieren aanpakken. Ze remmen vooral de celdeling. Ook verstoren ze de aanmaak van bepaalde eiwitten.

Antimitotische cytostatica zijn:

  • cabazitaxel
  • docetaxel
  • paclitaxel
  • vinblastine
  • vincristine
  • vinflunine
  • vinorelbine

Antitumor-antibiotica

Antitumor-antibiotica zijn antibiotica die speciaal op kankercellen zijn gericht. Ze remmen de aanmaak van nieuw DNA in de tumorcellen.

'Gewone' antibiotica remmen de celdeling van ongewenste bacteriën in het lichaam. Antitumor-antibiotica en 'gewone' antibiotica worden allebei gemaakt van bepaalde soorten bacteriën en schimmels.

Deze medicijnen zijn antitumor-antibiotica:

  • bleomycine
  • dactinomycine
  • daunorubicine
  • doxorubicine
  • epirubicine
  • idarubicine
  • mitomycine
  • mitoxantron
  • pixantron

Goed om te weten:  Antitumor-antibiotica kunnen hartklachten veroorzaken.

Topo-isomeraseremmers

Topo-isomeraseremmers zijn een groep cytostatica die de werking van het eiwit topo-isomerase remmen. Topo-isomerase speelt een rol bij het oprollen en uitrollen van het DNA. Uitgerold is een DNA-streng van 1 cel wel 2 meter lang. Om de DNA-streng in een cel te laten passen, wordt de streng op een speciale manier opgerold.

Als een cel gaat delen, verdubbelt eerst het DNA. Bij de verdubbeling van het DNA rolt topo-isomerase de streng stukje voor stukje uit. Topo-isomeraseremmers blokkeren dit proces. Hierdoor kan het DNA zich niet verdubbelen en kan de cel niet delen.

Dit zijn topo-isomeraseremmers tegen kanker:

  • etoposide
  • irinotecan
  • teniposide
  • topotecan

Overige cytostatica

Sommige soorten chemotherapie zijn niet goed in te delen in 1 van de andere categorieën. Ze vallen in de groep overige cytostatica.

Het zijn de volgende middelen:

  • amsacrine
  • carboplatine
  • cisplatine
  • eribuline
  • oxaliplatine
  • trabectedine

Chemotherapie met platinum

Een belangrijke subgroep van de overige cytostatica zijn de medicijnen waar platinum in zit: carboplatine, cisplatine en oxaliplatine. 

Platinum is een zilverachtig metaal. Net als chemotherapie van de groep ‘alkylerende middelen’ veroorzaakt het extra verbindingen in het DNA. Hierdoor kan het DNA zich niet verdubbelen en kan de celdeling niet plaatsvinden.

Goed om te weten: Een belangrijke bijwerking van chemotherapie waar platinum in zit, zijn zenuwklachten (neuropathie). Lees verder over neuropathie.

Colofon

Met medewerking van:

Foto Jeantine de Feijter

Dr. Jeantine de Feijter

Internist-oncoloog, Antoni van Leeuwenhoek

LinkedIn

illustratie-verpleegkundige-vrouw

Hilda Houwer

Verpleegkundig consulent oncologie, CWZ

Illustratie mensen

Mensen die chemotherapie hebben gehad

Gemaakt door de redactie van kanker.nl

Laatste update: mei 2021