Nazorg en controle bij slokdarmkanker
Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.
Naar colofonNa de behandeling van slokdarmkanker kom je regelmatig op controle. De arts kijkt dan of de behandeling effect heeft gehad en of de kanker wegblijft. Ook als je niet meer beter wordt van slokdarmkanker kun je op controle blijven komen.
Je arts bespreekt je klachten met je en onderzoekt je lichamelijk als het nodig is. Soms krijg je ook andere onderzoeken tijdens de controle, zoals een endoscopie of CT-scan, maar die zijn niet standaard.
De controles zijn meestal in het ziekenhuis, maar soms ook bij de huisarts. Andere woorden voor controle zijn nacontrole of follow-up.
Gevolgen van de behandeling bespreken
Op de controle-afspraak kun je bespreken of je last hebt van gevolgen door de behandeling. De arts en verpleegkundige vertellen je of er iets aan te doen is. Zij kunnen je verwijzen naar een andere zorgverlener die je met de klacht kan helpen. Een diëtist kan bijvoorbeeld helpen bij problemen met eten en drinken.
Lees meer over de gevolgen van slokdarmkanker.
Hoe vaak op controle?
Na de behandelingen kom je meestal nog 5 jaar op controle. Ook als je niet meer kunt genezen van slokdarmkanker, krijg je ondersteuning vanuit het ziekenhuis. Je arts onderzoekt dan of de ziekte stabiel is, of dat je een andere behandeling nodig hebt.
Als je klachten hebt tussen de controles in
Misschien heb je tussen de controles door pijn of klachten. Die klachten kunnen door de ziekte komen, maar dat hoeft niet. Bespreek je klachten met je huisarts, of maak een (extra) afspraak in het ziekenhuis. De arts zal je onderzoeken, en proberen de oorzaak van de klachten op te sporen.