Bestraling bij een wekedelensarcoom

De meeste mensen met een wekedelensarcoom krijgen bestraling. Door bestraling gaan kankercellen stuk.

Je kunt op meerdere momenten bestraling krijgen bij wekedelensarcoom:

• Voor de operatie, om de tumor kleiner te maken. Zo kan de chirurg de tumor makkelijker verwijderen bij de operatie.
• Na de operatie, als er kankercellen zijn achtergebleven of als er een kans is op uitzaaiingen.
• Als de tumor na een eerdere behandeling terugkomt en een operatie niet mogelijk is.
• Bij uitzaaiingen, bijvoorbeeld tegen de pijn.

Hoeveel bestralingen je krijgt en op welk moment, hangt af van de tumor en hoe groot die is. De radiotherapeut vertelt je hoeveel bestralingen nodig zijn.

Bijwerkingen van bestraling

Van bestraling krijg je vaak bijwerkingen. De meest voorkomende bijwerkingen van bestraling zijn een rode of pijnlijke huid en vermoeidheid. Maar je kunt ook andere klachten krijgen. Welke klachten dat zijn, hangt af van de plek die bestraald is.

Vraag aan de radiotherapeut welke klachten jij kunt krijgen. Van sommige klachten heb je een paar weken of maanden last, maar je kunt ook klachten krijgen die niet meer over gaan.   

Bestraling is de behandeling van kanker met straling. Het doel is kankercellen te vernietigen en tegelijk gezonde cellen zoveel mogelijk te sparen. De bestraling gebeurt plaatselijk: alleen op het deel van je lichaam van de tumor of uitzaaiingen. Een ander woord voor bestraling is radiotherapie. 

De straling komt uit een bestralingstoestel. De straling gaat van buitenaf door je huid heen. De radiotherapeut bepaalt nauwkeurig de hoeveelheid straling en de plek waar je wordt bestraald.