Onderzoeken bij melanoom
Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.
Naar colofonHeb je een verdachte vlek op je huid of heb je een vreemde moedervlek? Dan is verder onderzoek nodig in het ziekenhuis. Lees hier wat je kunt verwachten.
Bij melanoom kun je de volgende onderzoeken krijgen:
- onderzoek van de verdachte moedervlek
- wegsnijden van de plek en weefselonderzoek
- schildwachtklierprocedure
- echografie en punctie
- CT-scan of PET-CT-scan
- MRI-scan
Niet al deze onderzoeken zijn altijd nodig.
Onderzoeken voor de diagnose
In het ziekenhuis kom je terecht bij de dermatoloog. Die onderzoekt je en stelt de diagnose: of je een melanoom hebt of dat er iets anders aan de hand is.
Onderzoek van de verdachte (moeder)vlek
De dermatoloog onderzoekt de verdachte vlek of moedervlek. Dit gebeurt met een dermatoscoop. Dat is een speciaal vergrootglas met licht. Door het licht kan de dermatoloog dieper in je huid kijken.
Ook controleert de dermatoloog de rest van je huid of er iets geks te zien is.
De dermatoloog snijdt het plekje weg
Denkt de dermatoloog dat de vlek misschien een melanoom is? Dan haalt de arts het plekje helemaal weg. Met nog 2 millimeter extra eromheen, voor de zekerheid. Dit heet een diagnostische excisie.
Weefselonderzoek en diagnose
Een patholoog onderzoekt het weefsel onder de microscoop om te zien of er kankercellen in zitten. Met de uitslag van het weefselonderzoek stelt je arts de definitieve diagnose.
Je hoort dan of je een melanoom hebt, welk soort melanoom je hebt, hoe dik het melanoom is en of het een melanoom met of zonder zweervorming is.
Vaak volgt na de diagnose nog een tweede operatie om de kans kleiner te maken dat het melanoom terugkomt. Zo’n tweede operatie heet een re-excisie.
Wel of geen extra onderzoek nodig?
Soms kan je arts na het weefselonderzoek al iets zeggen over het exacte stadium van het melanoom. Soms is daar meer onderzoek voor nodig, en hoor je pas later om welk stadium het gaat.
Bij een melanoom stadium 0 (voorstadium van melanoom) is geen verder onderzoek nodig. Ook bij een melanoom dunner dan 0.8 millimeter zonder zweervorming is geen verder onderzoek nodig. Er is maar een heel kleine kans op uitzaaiingen.
Aanvullende onderzoeken na de diagnose
Bij een melanoom dikker dan 0.8 millimeter of een melanoom dunner dan 0.8 millimeter met zweervorming bespreekt de arts met je of je een schildwachtklierprocedure wilt. Dit is een onderzoek van de lymfeklier die het dichtst bij het melanoom ligt: de schildwachtklier. Doel is om eventuele uitzaaiingen op te sporen.
Voelt de arts tijdens het lichamelijk onderzoek vergrote lymfeklieren en lymfekliergebieden? Dan krijg je een echografie en als het nodig is ook nog een punctie.
Onderzoek naar uitzaaiingen in andere organen
Heb je uitzaaiingen in je lymfeklieren, dan krijg je onderzoek naar uitzaaiingen in organen, zoals je longen of je lever. Meestal gebeurt dit met een CT-scan of PET-CT-scan. Onderzoek naar uitzaaiingen in de hersenen gebeurt met een MRI-scan.
Lees ook de informatie over uitzaaiingen bij melanoom
Meer weten?
-
Medische richtlijn melanoom
De medische richtlijn bevat wetenschappelijke aanbevelingen voor de diagnose en behandeling van melanoom.
-
Patientenorganisatie Stichting Melanoom
Bekijk wat patiëntenorganisatie Stichting Melanoom voor je kan betekenen.