Bestraling bij een hersentumor
Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.
Naar colofonBestraling kan een behandeling zijn bij een hersentumor. Bijvoorbeeld na een operatie. Of juist als een operatie niet kan.
Lees op deze pagina over:
- Hoe werkt bestraling?
- Wanneer bestraling bij een hersentumor?
- Welk soort bestraling is er mogelijk?
- Bestralingsmasker
- Bijwerkingen van bestraling
- Bespreek met je arts de voor- en nadelen van bestraling
Hoe werkt bestraling?
Bestraling is een behandeling van kanker met straling. Het doel is kankercellen te vernietigen en tegelijk gezonde cellen zoveel mogelijk te sparen. De bestraling gebeurt plaatselijk: alleen op het deel van je lichaam van de tumor of uitzaaiingen. Een ander woord voor bestraling is radiotherapie.
De straling komt uit een bestralingstoestel. De straling gaat van buitenaf door je huid heen. De radiotherapeut bepaalt nauwkeurig de hoeveelheid straling en de plek waar je wordt bestraald.
Wanneer bestraling bij een hersentumor?
Bestraling kan een behandeling zijn als de hersentumor niet te opereren is. Bijvoorbeeld omdat de neurochirurg er niet goed bij kan. Of als je niet fit genoeg bent voor de operatie. Met bestraling wordt dan geprobeerd om de groei van tumor af te remmen of te stoppen.
Bestraling kan ook een aanvullende behandeling zijn na de operatie. Bijvoorbeeld als er na een operatie nog een stukje tumor is achtergebleven.
Soms kan bestraling ook een behandeling zijn om een tumor te behandelen die weer aangroeit na eerdere behandelingen.
Welk soort bestraling is er mogelijk bij een hersentumor?
De meest gebruikte manier van bestralen is met fotonen. Fotonen zijn pakketjes energie zonder massa. Ze worden opgewekt met een apparaat, de lineaire versneller, in de vorm van hoogenergetische röntgenstraling.
De bestraling wordt gegeven vanuit verschillende hoeken, waarbij de kop van het bestralingstoestel om je heen draait. Doordat de bestraling vanuit veel verschillende richtingen komt, krijgt de tumor precies de juiste hoeveelheid straling.
Het aantal bestralingen hangt onder andere af van het soort tumor. Vaak zijn het lange behandelingen van 5 tot 6 weken. Je krijgt dan 5 dagen per week bestraling.
Soms kiest de arts voor stereotactische bestraling. Of voor protonenbestraling.
Bestralingsmasker
Bestralen moet heel nauwkeurig gebeuren. Het is daarom belangrijk dat je je hoofd niet beweegt tijdens de bestraling. En ook dat je hoofd of hals elke keer in dezelfde houding ligt. Daarom wordt er een masker op maat gemaakt voor je. Dit is een kunststof afdruk van je hoofd of hals.
De laborant legt het masker vlak voor de bestraling over je gezicht. Het masker wordt vastgemaakt aan de bestralingstafel. Je mond en/of neus blijven vrij. Zo kun je normaal ademhalen.
Op het masker worden instellijnen met stift getekend. Zo krijg je elke keer bestraling op precies dezelfde plek. En krijg je geen inktstrepen op je gezicht of hals.
De bestraling duurt per keer ongeveer 15 minuten.
Bijwerkingen van bestraling bij hersentumor
Bestraling beschadigt niet alleen kankercellen, maar ook gezonde cellen op de plek van bestraling. Dit kan bijwerkingen geven. Van welke bijwerkingen je last krijgt, hangt af van:
- de plek die bestraald wordt
- de hoeveelheid bestraling
- de techniek van de bestraling
Mogelijke bijwerkingen zijn:
- vermoeidheid
- hoofdpijn en misselijkheid
- haaruitval en huidklachten
- problemen met zien en/of horen
- lichte geheugen- en concentratieproblemen
- epilepsie
De meeste klachten verdwijnen vaak een paar weken na de behandeling. Sommige klachten blijven bestaan.
De arts of laborant geeft je advies over hoe je de bijwerkingen kunt beperken.
Vermoeidheid
Van de bestralingen kun je moe worden. Ook het heen en weer reizen naar het ziekenhuis kost energie. De vermoeidheid kan lang duren.
Hoofdpijn en misselijkheid
Door de bestralingen kan er (extra) oedeem in je hersenen ontstaan en kan de druk in je hoofd toenemen. Daardoor kun je hoofdpijn krijgen en misselijk worden. Er zijn goede medicijnen tegen deze klachten. Je krijgt die van je arts.
Haaruitval en huidklachten
Op je hoofd kan je haar uitvallen. Dat begint meestal na 1 tot 2 weken. Je haar valt vooral uit op de plek waar de straling je hoofd raakt. Op deze plek kan de huid ook gevoelig en droog worden. Hiervoor kan je een zalf krijgen.
Meestal groeit het haar in 3 tot 4 maanden na de behandeling weer aan. Soms gebeurt dit niet en blijft het een kale plek. Je kunt dit camoufleren met een pruik of haarstuk. Je zorgverzekeraar vergoedt dit meestal. Je hebt dan wel een verklaring van de radiotherapeut nodig.
Problemen met zien en/of horen
Soms krijg je problemen met zien en/of horen. Dit hangt af van de plek die bestraald is. Meestal gaan deze klachten na de bestralingen weer over.
Lichte geheugen- en concentratieproblemen
Je kunt ook problemen met je geheugen en concentratie krijgen. Dit gaat vaak niet meer over. Zulke klachten komen voor een deel door de behandeling, maar vooral ook door de tumor zelf. Lees meer over problemen met denken bij een hersentumor.
Epilepsie
Door bestraling kun je last krijgen van epilepsie. Dit komt doordat er (tijdelijk) meer vocht ontstaat in de hersenen. Of doordat er na de bestraling een soort littekens achterblijven. Krijg je last van epilepsie, dan krijg je daar medicijnen voor.
Lees meer over epilepsie bij een hersentumor.
Bespreek met je arts de voor- en nadelen van bestraling
Kun je bestraling krijgen? Dan is het belangrijk dat je samen met de arts naar de voordelen en nadelen van deze behandeling kijkt. Als je twijfelt of je wel bestraling wilt, vertel dit dan ook aan je arts. Zo kunnen jullie samen een keuze maken die voor jouw situatie het beste is.