Glioom graad 2

Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.

Naar colofon
Opslaan

Een glioom is een hersentumor. Een glioom graad 2 groeit meestal langzaam, maar heeft geen duidelijke grens. De tumor groeit vaak door het gezonde hersenweefsel heen. Er zijn verschillende soorten glioom graad 2. 

Lees op deze pagina over:

En over meer informatie en lotgenotencontact.


Oligodendroglioom graad 2

oligodendroglioom graad 2


Een oligodendroglioom is een hersentumor. Het is een soort glioom. Meestal ontstaat een oligodendroglioom in de frontale kwab van de grote hersenen. Heel soms in het ruggenmerg. Een oligodendroglioom komt weinig voor.

Een oligodendroglioom graad 2 is een laaggradig glioom. Laaggradig betekent dat de tumor langzaam groeit. 

Een andere term voor een oligodendroglioom graad 2 is diffuus oligodendroglioom. Diffuus betekent dat de tumor geen duidelijke grens heeft. De vorm van de tumor is onregelmatig en er zitten kankercellen tussen de gezonde hersencellen.

Een oligodendroglioom zaait bijna nooit uit. Als het toch uitzaait, is dat naar andere delen van de hersenen of naar het ruggenmerg.

Vooruitzichten

Van een oligodendroglioom kun je meestal niet genezen. De chirurg kan de tumor bijna nooit helemaal weghalen. Na behandeling groeit de tumor langzaam weer terug. Je kunt wel behandelingen krijgen om de groei van de tumor te remmen en klachten te verminderen.

Je vooruitzichten hangen af van factoren zoals: 

  • de grootte en plek van de tumor in de hersenen
  • je leeftijd
  • de kenmerken van het DNA van de tumor
  • hoe gezond je verder bent 
  • hoe goed de tumor reageert op de behandeling

Sommige mensen kunnen lang leven met deze tumor.

Je arts kan je meer informatie geven over je vooruitzichten.

Klachten

De eerste symptomen zijn meestal epileptische aanvallen. Andere klachten zijn: 

  • hoofdpijn
  • uitvalsverschijnselen, zoals krachtsverlies, moeite met praten, minder goed zien, minder goed kunnen onthouden en moeite met concentreren
  • gedragsveranderingen
Behandeling

De behandeling van een oligodendroglioom graad 2 heeft als doel: de groei van de tumor remmen en daardoor klachten voorkomen of verminderen.

De arts overlegt met andere specialisten over de behandeling. Behandelen is niet altijd direct nodig. De arts bespreekt met je wat in jouw situatie de beste behandeling is.

Afwachten en goed controleren (wait-and-scan)

Heb je een kleine tumor? En veroorzaakt de tumor weinig of geen klachten? Dan stelt de arts voor om te wachten met behandelen. Een operatie geeft namelijk risico’s op uitvalsverschijnselen, zoals verlamming of problemen met zien of praten. 

Je komt wel onder controle te staan. Je krijgt regelmatig een MRI-scan. Daarop is te zien of de tumor groeit. Bij groei kan een behandeling wel nodig zijn.

Operatie

Bij een operatie haalt de arts zoveel mogelijk weg van de tumor. Doel: minder klachten hebben. Die operatie heet een craniotomie. Lees meer over een craniotomie.

De chirurg kan bijna nooit de hele tumor verwijderen. Dat komt omdat de tumor vaak door het gezonde hersenweefsel heen groeit. Na behandeling groeit de tumor weer langzaam terug. 

Nabehandeling 

Na de operatie kun je nog een behandeling krijgen met chemotherapie, bestraling of chemoradiatie. Doel is de groei van de tumor te remmen. 

Zo’n nabehandeling is niet altijd direct nodig. De arts kan voorstellen om er nog even mee te wachten.

Controles

Na de behandeling kom je op controle in het ziekenhuis. Tijdens de controles vraagt de arts naar je klachten. Je krijgt regelmatig een MRI-scan. Daarop is te zien of de tumor weer groeit.

Behandeling als de tumor terugkomt (recidief)

Als de tumor weer gaat groeien, kun je vaak opnieuw behandeld worden. Welke behandeling je krijgt, hangt af van welke behandelingen je hebt gehad.

Mogelijke behandelingen zijn: 

  • opnieuw chemotherapie 
  • opnieuw een operatie
  • opnieuw bestraling
Onderzoek naar nieuwe behandelingen

Soms kun je een behandeling krijgen waar artsen nog onderzoek naar doen. Bijvoorbeeld een nieuwe behandeling, of een nieuwe combinatie van behandelingen. Dit heet een trial. 

Bekijk de trials voor glioom.

Als je geen behandeling meer wilt of kunt krijgen

Is er geen behandeling meer mogelijk om de groei van de tumor af te remmen? Of wil je geen behandeling meer? Dan krijg je zorg die erop gericht is om je klachten te verlichten. 

Lees verder op de pagina: uitbehandeld, wat nu?

Hulp bij een hersentumor

Een hersentumor kan veel invloed hebben op je leven. De ziekte kan bijvoorbeeld gevolgen hebben voor bewegen, je lichamelijke conditie, denken, emoties en gedrag. Ook kun je beperkt worden in alledaagse activiteiten, je werk of in relaties met anderen. Ook voor je dierbaren kan het zwaar zijn. 

Er zijn verschillende zorgverleners die jou en je naasten extra kunnen begeleiden. Samen met je neuro-oncologieverpleegkundige kun je bespreken welke begeleiding het beste bij je past.


Astrocytoom graad 2

astrocytoom graad 2


Een astrocytoom graad 2 is een hersentumor. Het is een soort glioom. Het kan overal in de hersenen ontstaan. 

Een astrocytoom graad 2 heet ook wel een diffuus laaggradig glioom. Laaggradig betekent dat de tumor meestal langzaam groeit. Diffuus betekent dat de tumor geen duidelijke grens heeft. De vorm van de tumor is onregelmatig en er zitten kankercellen tussen de gezonde hersencellen. 

Een astrocytoom graad 2 zaait bijna nooit uit. Als het toch uitzaait, is dat naar andere delen van de hersenen of naar het ruggenmerg.

Vooruitzichten

Van een astrocytoom graad 2 kun je meestal niet genezen. De chirurg kan de tumor bijna nooit helemaal weghalen. Na behandeling groeit de tumor weer terug. Je kunt wel behandelingen krijgen om de groei van de tumor te remmen en je klachten te verminderen.

Je vooruitzichten hangen af van factoren zoals: 

  • de grootte en plek van de tumor in de hersenen
  • je leeftijd
  • de kenmerken van het DNA van de tumor
  • hoe gezond je verder bent 
  • hoe goed de tumor reageert op de behandeling

Sommige mensen kunnen lang leven met deze tumor. 

Je arts kan je meer informatie geven over je vooruitzichten.

Klachten

Mensen met een astrocytoom graad 2 hebben meestal dit soort klachten:

  • hoofdpijn
  • misselijkheid, soms met overgeven
  • sufheid

Andere klachten hangen af van de precieze plek van de tumor in de hersenen. Het kan gaan om:

  • epileptische aanvallen
  • verlamming of zwakke spieren aan één kant van je lichaam
  • moeite met praten 
  • uitval van een helft van het gezichtsveld: dit betekent dat je nog maar één kant van je omgeving ziet 
  • problemen met denken en met je geheugen
  • veranderingen in gedrag
  • doof gevoel en zwakte in een of meer lichaamsdelen
Behandeling

De behandeling van een astrocytoom graad 2 heeft als doel: de groei van de tumor remmen en daardoor klachten voorkomen of verminderen. 

De arts overlegt met andere specialisten over je behandeling. Daarna bespreekt de arts met je wat in jouw situatie de beste behandeling is.

Afwachten en goed controleren (wait-and-scan)

Heb je een kleine tumor en veroorzaakt die weinig of geen klachten? Dan stelt de arts voor om te wachten met behandelen. Een operatie geeft namelijk risico’s op uitvalsverschijnselen, zoals verlamming of problemen met zien of praten. 

Je komt wel onder controle te staan. Je krijgt regelmatig een MRI-scan. Daarop is te zien of de tumor groeit. Bij groei kan een behandeling wel nodig zijn.

Operatie

Is een behandeling wel direct nodig, dan is een operatie vaak de eerste keus. Die operatie heet een craniotomie. De arts haalt dan zoveel mogelijk van de tumor weg. Doel: minder klachten hebben. Lees meer over craniotomie.

De chirurg kan bijna nooit de hele tumor verwijderen. Dat komt omdat de tumor vaak door het gezonde hersenweefsel heen groeit. Er blijven dus nog tumorcellen achter. Daarom is meestal nog een nabehandeling nodig na de operatie

Nabehandeling 

Na de operatie kun je nog een behandeling krijgen met chemotherapie, bestraling of chemoradiatie. Doel is de groei van de tumor te remmen. 

Zo’n nabehandeling is niet altijd direct nodig. De arts kan voorstellen om er nog even mee te wachten.

Controles

Na behandeling kom je op controle in het ziekenhuis. Tijdens de controles vraagt de arts naar je klachten. Je krijgt regelmatig een MRI-scan. Daarop is te zien of de tumor weer groeit.

Behandeling als de tumor terugkomt (recidief)

Na de behandeling groeit de tumor altijd weer terug. Wanneer dit gebeurt is niet goed te voorspellen. Gemiddeld duurt dit meerdere maanden tot jaren.

Als de tumor weer gaat groeien, kun je vaak opnieuw behandeld worden. Welke behandeling je krijgt, hangt af van welke behandelingen je hebt gehad.

Mogelijke behandelingen zijn: 

  • opnieuw chemotherapie
  • opnieuw een operatie
  • opnieuw bestraling

Samen met je arts besluit je wat in jouw situatie de beste keuze is. 

Onderzoek naar nieuwe behandelingen

Soms kun je een behandeling krijgen waar artsen nog onderzoek naar doen. Bijvoorbeeld een nieuwe behandeling, of een nieuwe combinatie van behandelingen. Dit heet een trial. 

Bekijk de trials voor glioom.

Als je geen behandeling meer wilt of kunt krijgen

Is er geen behandeling meer mogelijk om de groei van de tumor af te remmen? Of wil je geen behandeling meer? Dan krijg je zorg die erop gericht is om je klachten te verlichten. 

Lees verder op de pagina: uitbehandeld, wat nu?

Hulp bij een hersentumor

Een hersentumor kan veel invloed hebben op je leven. De ziekte kan bijvoorbeeld gevolgen hebben voor bewegen, je lichamelijke conditie, denken, emoties en gedrag. Ook kun je beperkt worden in alledaagse activiteiten, je werk of in relaties met anderen. Ook voor je dierbaren kan het zwaar zijn. 

Er zijn verschillende zorgverleners die jou en je naasten extra kunnen begeleiden. Samen met je neuro-oncologieverpleegkundige kun je bespreken welke begeleiding het beste bij je past.


Pleomorf xanthoastrocytoom (PXA) graad 2

pxa graad2


Een pleomorf xanthoastrocytoom (PXA) is een hersentumor die langzaam groeit. Het is een soort glioom. Een pleomorf xanthoastrocytoom is heel zeldzaam.

De tumor ontstaat meestal in de temporale kwab. Deze kwab ligt aan de zijkant van hersenen. Dit deel van je hersenen is belangrijk voor taal en je geheugen.

Vooruitzichten

Van een pleomorf xanthoastrocytoom kun je meestal niet genezen. De chirurg kan de tumor bijna nooit helemaal weghalen. Na behandeling groeit de tumor weer terug. Je kunt wel behandelingen krijgen om de groei van de tumor te remmen en je klachten te verminderen.

Je vooruitzichten hangen af van factoren zoals: 

  • de grootte en plek van de tumor in de hersenen
  • je leeftijd
  • hoe gezond je verder bent 
  • hoe goed de tumor reageert op de behandeling

Sommige mensen kunnen lang leven met deze tumor. 

Je arts kan je meer informatie geven over je vooruitzichten.

Klachten

Mensen met een pleomorf xanthoastrocytoom hebben meestal dit soort klachten:

  • hoofdpijn
  • misselijkheid, soms met overgeven
  • sufheid
  • taalproblemen
  • problemen met geheugen en concentratie
  • epileptische aanvallen 
Behandeling

De behandeling van een pleomorf xanthoastrocytoom heeft als doel: de groei van de tumor remmen en daardoor klachten voorkomen of verminderen. 

De arts overlegt met andere specialisten over je behandeling. Daarna bespreekt de arts met je wat in jouw situatie de beste behandeling is.

Operatie

Bij een operatie haalt de arts zoveel mogelijk weg van de tumor. Doel: minder klachten hebben. Die operatie heet een craniotomie. Lees meer over craniotomie.

De chirurg kan bijna nooit de hele tumor verwijderen. Dat komt omdat de tumor vaak door het gezonde hersenweefsel heen groeit. Na behandeling groeit de tumor weer langzaam terug. 

Nabehandeling 

Na de operatie kun je nog een behandeling krijgen met chemotherapie of bestraling. Doel is de groei van de tumor te remmen. Zo’n nabehandeling is niet altijd direct nodig. De arts kan voorstellen om er nog even mee te wachten. 

Controles

Na behandeling kom je op controle in het ziekenhuis. Tijdens de controles vraagt de arts naar je klachten. Je krijgt regelmatig een MRI-scan. Daarop is te zien of de tumor weer groeit.

Behandeling als de tumor terugkomt (recidief)

Na de behandeling groeit de tumor altijd weer terug. Wanneer dit gebeurt, is niet goed te voorspellen, maar dit duurt gemiddeld meerdere maanden tot jaren.

Als de tumor weer gaat groeien, kun je vaak opnieuw behandeld worden. Welke behandeling je krijgt, hangt af van welke behandelingen je hebt gehad.

Mogelijke behandelingen zijn: 

  • opnieuw chemotherapie
  • opnieuw een operatie
  • opnieuw bestraling

Samen met je arts besluit je wat in jouw situatie de beste keuze is. 

Als je geen behandeling meer wilt of kunt krijgen

Is er geen behandeling meer mogelijk om de groei van de tumor af te remmen? Of wil je geen behandeling meer? Dan krijg je zorg die erop gericht is om je klachten te verlichten. 

Lees verder op de pagina: uitbehandeld, wat nu?

Hulp bij een hersentumor

Een hersentumor kan veel invloed hebben op je leven. De ziekte kan bijvoorbeeld gevolgen hebben voor bewegen, je lichamelijke conditie, denken, emoties en gedrag. Ook kun je beperkt worden in alledaagse activiteiten, je werk of in relaties met anderen. Ook voor je dierbaren kan het zwaar zijn. 

Er zijn verschillende zorgverleners die jou en je naasten extra kunnen begeleiden. Samen met je neuro-oncologieverpleegkundige kun je bespreken welke begeleiding het beste bij je past.


Chordoïd glioom

chordoïd glioom


Een chordoïd glioom is heel zeldzaam. De tumor ontstaat meestal in het derde ventrikel. Dit is een holte in de hersenen, gevuld met hersenvocht.

Een chordoïd glioom groeit langzaam.

Vooruitzichten

Van een chordoïd glioom kun je meestal niet genezen. De chirurg kan de tumor bijna nooit helemaal weghalen. Na behandeling groeit de tumor weer terug. Je kunt wel behandelingen krijgen om de groei van de tumor te remmen en je klachten te verminderen.

Je vooruitzichten hangen af van factoren zoals: 

  • de grootte en plek van de tumor in de hersenen
  • je leeftijd
  • de kenmerken van het DNA van de tumor
  • hoe gezond je verder bent 
  • hoe goed de tumor reageert op de behandeling

Sommige mensen kunnen lang leven met deze tumor. 

Je arts kan je meer informatie geven over je vooruitzichten.

Klachten

Mensen met een chordoïd glioom hebben meestal dit soort klachten:

  • hoofdpijn
  • misselijkheid, soms met overgeven
  • sufheid

Andere klachten hangen af van de precieze plek van de tumor in de hersenen. Het kan bijvoorbeeld gaan om:

  • problemen met denken en het geheugen
  • epileptische aanvallen
  • uitval van een helft van het gezichtsveld: dit betekent dat je nog maar één kant van je omgeving ziet 
Behandeling

De behandeling van een chordoïd glioom heeft als doel: de groei van de tumor remmen en daardoor klachten voorkomen of verminderen.

De arts overlegt met andere specialisten over je behandeling. Daarna bespreekt de arts met je wat in jouw situatie de beste behandeling is.

Operatie

Bij een operatie haalt de arts zoveel mogelijk weg van de tumor. Doel: minder klachten hebben. Die operatie heet een craniotomie. Lees meer over craniotomie.

De chirurg kan bijna nooit de hele tumor weghalen. Dat komt omdat de tumor vaak door het gezonde hersenweefsel heen groeit. Na behandeling groeit de tumor weer langzaam terug. 

Nabehandeling

Na de operatie kun je nog een behandeling krijgen om de groei van de tumor te remmen. 

Mogelijke behandelingen zijn:

Welke behandeling de arts voorstelt, hangt af van je conditie en leeftijd. 

Controles

Na behandeling kom je op controle in het ziekenhuis. Tijdens de controles vraagt de arts naar je klachten. Je krijgt regelmatig een MRI-scan. Daarop is te zien of de tumor weer groeit.

Behandeling als de tumor terugkomt (recidief)

Na de behandeling groeit de tumor altijd weer terug. Wanneer dit gebeurt, is niet goed te voorspellen, maar dit duurt gemiddeld meerdere maanden tot jaren.

Als de tumor weer gaat groeien, kun je vaak opnieuw behandeld worden. Welke behandeling je krijgt, hangt af van welke behandelingen je hebt gehad.

Mogelijke behandelingen zijn: 

  • opnieuw chemotherapie
  • opnieuw een operatie
  • opnieuw bestraling

Samen met je arts besluit je wat in jouw situatie de beste keuze is. 

Onderzoek naar nieuwe behandelingen

Soms kun je een behandeling krijgen waar artsen nog onderzoek naar doen. Bijvoorbeeld een nieuwe behandeling, of een nieuwe combinatie van behandelingen. Dit heet een trial. 

Bekijk de trials voor glioom.

Als je geen behandeling meer wilt of kunt krijgen

Is er geen behandeling meer mogelijk om de groei van de tumor af te remmen? Of wil je geen behandeling meer? Dan krijg je zorg die erop gericht is om je klachten te verlichten. 

Lees verder op de pagina: uitbehandeld, wat nu?

Hulp bij een hersentumor

Een hersentumor kan veel invloed hebben op je leven. De ziekte kan bijvoorbeeld gevolgen hebben voor bewegen, je lichamelijke conditie, denken, emoties en gedrag. Ook kun je beperkt worden in alledaagse activiteiten, je werk of in relaties met anderen. Ook voor je dierbaren kan het zwaar zijn. 

Er zijn verschillende zorgverleners die jou en je naasten extra kunnen begeleiden. Samen met je neuro-oncologieverpleegkundige kun je bespreken welke begeleiding het beste bij je past.

Meer informatie en lotgenotencontact
Voor meer informatie en contact met lotgenoten: hersentumor contactgroep van patiëntenvereniging Hersenletsel.nl.

Lotgenoten kun je ook vinden via de gespreksgroep hersentumoren op kanker.nl of de lotgenotenzoeker.

Misschien organiseert jouw ziekenhuis ook bijeenkomsten voor mensen met een hersentumor of hun naasten. De neuroloog of neuro-oncologieverpleegkundige kan je hier meer over vertellen.

Colofon

Met medewerking van:

illustratie arts vrouw

Dr. Merel Luitse

Neuroloog, Antoni van Leeuwenhoek

illustratie arts vrouw

Drs. An Claes

Radiotherapeut, UMC Utrecht

illustratie-mensen

Mensen die een hersentumor hebben (gehad)

Logo Stichting Hersentumor.nl

Stichting Hersentumor.nl

Gemaakt door de redactie van kanker.nl

Laatste update: november 2024