Het risico op uitzaaiingen na behandeling borstkanker
Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.
Naar colofonBij de diagnose borstkanker krijg je een behandeling die de kans op uitzaaiingen zo klein mogelijk maakt. Toch bestaat er een risico dat je enige tijd na de behandeling alsnog uitzaaiingen krijgt. Voor de één is dat risico groter dan voor de ander.
Lees op deze pagina over:
- Risicofactoren voor uitzaaiingen
- Genprofieltesten om het risico te voorspellen
- Vroeg ontdekken van uitzaaiingen maakt geen verschil voor overleving
Risicofactoren voor uitzaaiingen
Deze factoren maken de kans op uitzaaiingen groter:
Soort borstkanker
Sommige soorten borstkanker zaaien sneller uit dan andere. Bij triple-negatieve borstkanker is er een groter risico op uitzaaiingen dan bij hormoongevoelige borstkanker.
Je arts kan je vertellen wat voor soort borstkanker je hebt en hoe groot het risico op uitzaaiingen is.
Grootte van de tumor
Hoe groter de tumor in de borst, hoe groter de kans op uitzaaiingen.
Snelheid waarmee de kankercellen delen
Hoe sneller (agressiever) de kankercellen delen, hoe groter de kans op uitzaaiingen. Soms zijn kankercellen in de borst agressief en groeien en delen ze snel. Dan ontstaan de uitzaaiingen vaak eerder dan wanneer de kankercellen minder agressief zijn.
Hoe agressief de kankercellen zijn, wordt uitgedrukt in graad 1, 2 of 3. Je arts kan je vertellen welke graad borstkanker je hebt en hoe groot het risico op uitzaaiingen is.
Aantal lymfeklieren met uitzaaiingen
Zijn er lymfeklieren in de buurt van de borsttumor gevonden met uitzaaiingen, dan is de kans op uitzaaiingen in andere organen ook groter. Hoe meer lymfeklieren er aangetast zijn, hoe groter het risico op uitzaaiingen is.
Genprofieltesten om het risico te voorspellen
Genprofieltesten kunnen helpen om het risico op uitzaaiingen te voorspellen. Dat doen ze met het DNA-profiel van de tumor.
Deze testen geven een verwachting, maar geen zekerheid. Niet iedereen komt ervoor in aanmerking. Lees verder over genprofieltesten.
Vroeg ontdekken van uitzaaiingen maakt geen verschil voor overleving
Mensen denken vaak: hoe sneller uitzaaiingen worden gevonden, hoe langer iemand nog kan leven met uitgezaaide borstkanker. Maar uit onderzoek is dit tot nu toe niet gebleken. Vroege opsporing van uitzaaiingen geeft geen verschil in overleving. Ook het hierdoor eerder starten van de behandeling heeft hier geen invloed op.
Dat vroege opsporing weinig voordeel geeft, is ook de reden dat er bij de controles na borstkanker geen standaard onderzoek met scans wordt gedaan naar uitzaaiingen. Met scans zijn uitzaaiingen namelijk vaak pas te zien als ze al een halve tot een hele centimeter groot zijn. Dan heb je meestal ook al klachten van de uitzaaiingen.
Uiteraard vraagt je arts of verpleegkundig specialist tijdens de controles wel altijd of je klachten hebt. Heb je klachten die kunnen passen bij uitzaaiingen, dan krijg je verder onderzoek.