Eten en drinken in de allerlaatste fase van het leven bij kanker

Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.

Naar colofon
Opslaan

Steeds minder kunnen of willen eten is normaal in de laatste weken van het leven. Dit hoort bij het stervensproces. Vooral voor naasten kan het moeilijk zijn. Hier lees je wat je kunt verwachten en hoe je daarmee om kunt gaan. 

Lees op deze pagina over:

Waarom is eten en drinken niet meer belangrijk in de laatste weken van het leven?

In de allerlaatste levensfase werken de organen steeds minder goed. Ze houden er langzaam mee op. Ook de maag en de darmen werken steeds minder, waardoor voedsel niet goed verteerd wordt. Zo laat het lichaam merken dat eten (voeding) niet meer nodig is.

Dit hoort bij het stervensproces. Steeds minder eten en drinken is dan een natuurlijke weg naar een rustige dood. 

Minder klachten

Minder eten en drinken kan ook zorgen voor minder klachten:

  • De patiënt hoeft minder vaak naar de wc. Dat scheelt energie. 
  • Door minder vocht is er ook minder slijm waardoor benauwdheid minder wordt. 
  • De zwelling in voeten en benen worden minder. 
  • Door minder vocht wordt de druk op organen minder. 
  • Het lichaam maakt stoffen aan die wat suffer maken, maar die geven ook een lichter en prettiger gevoel.

Medische voeding: niet in de allerlaatste levensfase

Medische drinkvoeding, vitamine- of eiwitpreparaten en voedingssupplementen zijn niet geschikt in de allerlaatste levensfase. Als de patiënt deze toch krijgt, dan doen ze meer kwaad dan goed. De organen kunnen de voedingsstoffen niet meer verwerken.

Kreeg de patiënt eten en drinken via een sonde of infuus? Dan wordt dit in de allerlaatste levensfase verminderd en gestopt. Want ook voor kunstmatige voeding geldt: de organen kunnen de voeding niet meer verwerken. De arts, verpleegkundige of diëtist zal je hier uitleg over geven.

Mijn dierbare eet of drinkt (bijna) niet meer. Hoe ga ik daar als naaste mee om?

Je vindt het misschien moeilijk dat je dierbare weinig eet en drinkt, of helemaal niet meer eet of drinkt. Dat is begrijpelijk. Goed eten wordt gezien als normaal en gezond. Meestal is het nodig om beter te worden of op te knappen. Dat idee laat je niet zomaar los. Maar er is meer. Voor iemands eten zorgen, zien we ook als teken van goede zorg en liefde. 

Toch is het belangrijk om te beseffen dat het normaal is dat iemand niet meer eet en drinkt in de laatste weken van het leven. En dat er andere manieren zijn om je naaste nog liefdevol te verzorgen. Lees hier de tips.

Spanningen rondom eten

Als je dierbare steeds minder gaat eten, terwijl jij of je familieleden vinden dat dat wel zou moeten, kan dat spanning geven. Je ziet dat alles achteruitgaat, zonder dat je daar iets aan kunt doen. Dat kan zorgen voor gevoelens of gedachten die lastig zijn. Bijvoorbeeld verdriet, schuldgevoel of machteloosheid. 

Tip: bespreek je zorgen en gevoelens over eten en drinken met de (huis)arts, palliatieve verpleegkundige of met een diëtist. Zij begrijpen dit soort gevoelens en kunnen je steun en uitleg geven.

Wat kun je doen als naaste?

  • Eet je dierbare af en toe nog een beetje? Bedenk of vraag wat je dierbare lekker vindt. Of probeer samen iets uit. Weet dat iemand in de laatste levensfase het ene moment zin kan hebben in iets en het volgende moment is dat weer weg. Verwacht dus niet dat alles opgaat: het kan zijn dat er niets gegeten wordt of dat één hapje al genoeg is. De smaak kan ook per dag verschillen.
  • Wil je dierbare niet meer eten en drinken? Dring je dierbare dan geen eten of drinken op. En ga ook geen strijd over voeding aan.
  • Je kunt ervoor kiezen om helemaal niet meer met eten en drinken bezig te zijn. Stoppen met vragen of iemand wat wil eten, kan voor iedereen een hele opluchting zijn en rust geven.
  • Soms kan of wil iemand niet meer eten, maar bijvoorbeeld wel samen aan tafel zitten. Bespreek dit met elkaar. 

Als eten niet meer kan, kun je ook op andere manieren zorgen voor je dierbare. Hier wat ideeën:

  • Samen zijn is belangrijk. Je kunt samen foto’s bekijken, herinneringen ophalen of naar een tv-programma kijken. Of alleen elkaars hand vasthouden en stil zijn.
  • Zorg voor ontspanning. Denk aan een rustige massage, ontspanning- of ademhalingsoefeningen, aromazorg (het gebruik van geurige olie) of naar muziek luisteren.

Mijn dierbare heeft misschien dorst. Wat kan ik doen?

In de laatste weken van het leven voelt de patiënt meestal geen honger meer. Soms is er nog wel dorst, maar die verdwijnt meestal na een paar dagen. 

Bij een dorstgevoel helpt het om de mond vochtig te houden. Soms kan de patiënt dit zelf, vaak doet een naaste of zorgverlener dit. 

Tips om de mond vochtig te houden

  • Een klein beetje drinken nippen.
  • Op (water)ijs of suikervrije snoepjes zuigen.
  • Swabs gebruiken. Dit zijn kleine sponsjes op een stokje, vochtig gemaakt met water. Ze zijn te koop bij de apotheek. Let op dat het swabs zonder smaakje zijn. 
  • Met een verstuiver (gevuld met water) de mond vochtig sprayen. Of een druppelflesje met pipetje gebruiken. 
  • Droge lippen of scheurtjes in de mondhoeken zijn te voorkomen door lippenbalsem of vaseline te gebruiken.
     

Colofon

Met medewerking van:

Illustratie mensen

Ervaringsdeskundigen

Logo wereld kanker onderzoek fonds

Wereld Kanker Onderzoek Fonds

Gemaakt door de redactie van kanker.nl

Laatste update: maart 2023