Urineophoping in nierbekken en/of urineleider bij ongeneeslijke kanker

Je nierbekken of urineleider kan verstopt raken of samengedrukt worden. Dan kan je urine niet naar je blaas en kun je klachten krijgen. Op deze pagina lees je wat eraan te doen is.

Lees op deze pagina over:

• Urineophoping in nierbekken of blaas
• Klachten door urineophoping
• Oorzaken van urineophoping in nierbekken(s) of urineleider(s) 
• Urineophoping bij ongeneeslijke kanker: wat is eraan te doen?
• Wat kun je zelf doen bij urineophoping?
• Wat wil je en wat vind je belangrijk?

Urineophoping in nierbekken of blaas

Het kan gebeuren dat de urine niet naar de blaas kan, maar blijft steken in een nierbekken, in een urineleider of bij de ingang van de blaas. De ophoping van urine kan dan aan één kant zitten (eenzijdig) of aan beide kanten. 

Ophoping van urine kan ook komen doordat de blaas zich niet kan legen. De ophoping treedt dan altijd in beide nierbekkens en urineleiders op.

Je merkt vaak niets van urine-ophoping in je nier(en) of urineleider(s). Maar een urine-ophoping kan ook (soms heftige) klachten geven. 

Je kunt dan last hebben van: 

• pijn (soms in aanvallen) in je flank(en): hoog in je zij/rug 
• bij infecties: pijn en koorts 
• weinig plassen 

Oorzaken van urine-ophoping in nierbekken(s) of urineleider(s)

Ophoping van urine in nierbekken(s) of urineleider(s) kan verschillende oorzaken hebben.

Verstopping van nierbekken(s) of urineleider(s) 

Dit kan komen door:

• een tumor van het nierbekken, de urineleider of de blaas
• een vernauwing, bijvoorbeeld littekenvorming na een operatie
• nierstenen, urinestenen
• bloedstolsels 

Dichtdrukken van de urineleider(s) of plasbuis 

Dit kan komen door: 

• Een tumor, bijvoorbeeld van de blaas, de baarmoederhals of de prostaat.
• Een vergrote prostaat.
• Een urineleider die niet op de normale plek ligt.
• Een tak van de nierslagader die niet op de normale plek ligt en de urineleider dichtdrukt. De nierslagader is het bloedvat dat bloed naar de nier brengt. 
• Bindweefsel rond de urineleiders door een bepaalde ziekte: retroperitoneale fibrose.

Urine-ophoping bij ongeneeslijke kanker: wat is eraan te doen? 

Heb je pijn van je urinewegen en/of koorts? Bespreek het met je arts. Je arts kan onderzoeken wat de oorzaak is. Samen kun je kijken of er iets tegen te doen is. 

Onderzoek naar urine-ophoping

De arts stelt je vragen en onderzoekt je. Het kan zijn dat je arts extra onderzoeken voorstelt, zoals: 

• Laboratoriumonderzoek om te kijken hoe goed de nieren werken. 
• Een echo.
• Een CT-scan 
• Een cystoscopie. Dit is een onderzoek waarbij de arts met een camera in de blaas kijkt.
• Een onderzoek naar de doorbloeding en werking van de nieren: renografie.

Behandeling urine-ophoping niet altijd nodig

Zit de urine-ophoping aan één kant en heb je geen klachten? Dan  is behandeling meestal niet nodig. 

Zit de urine-ophoping aan beide kanten? Of geeft de urine-ophoping wel klachten? Dan stelt de arts je waarschijnlijk een behandeling voor.

Behandeling van de oorzaak van urine-ophoping

Is er een medische oorzaak voor de urine-ophoping? Dan bespreekt de arts met je of die oorzaak behandeld kan worden, en of je dat wilt. 

Dit zijn mogelijke behandelingen: 

• Bij een tumor: operatie, bestraling of een andere therapie. 
• Bij een vernauwing van de urineleider: operatie. 
• Bij stenen: niersteenvergruizer of operatie. 
• Bij bloedstolsels in de urine: verwijdering door middel van een cystoscopie.
• Bij bindweefselvorming rond je nieren: medicijnen (corticosteroïden).  

Behandeling van de klachten door urine-ophoping

Behandeling van de oorzaak is niet altijd mogelijk of helpt niet goed of goed genoeg. Dan kun je een behandeling krijgen om je klachten te verminderen. Deze behandelingen zijn mogelijk: 

Nefrostomiedrain
Je kunt een slangetje (drain) krijgen dat van de nier via de huid naar buiten gaat en wordt aangesloten op een urinezakje. Met een aftapkraantje maak je de opvangzak leeg. 
Door de drain kan de nier de urine kwijt. Hierdoor heb je minder klachten. 

Stent in de urineleider
Als het probleem in de urineleider zit, kan de arts bij een cystoscopie een buisje (stent) in de urineleider plaatsen om hem open te houden. 

Blaaskatheter
Bij een vernauwing van de plasbuis kan de arts via de plasbuis een dun slangetje in de blaas (blaaskatheter) brengen. De slang van de katheter is aangesloten op een urinezakje. Hierdoor loopt de urine direct weg en blijft de blaas leeg. Met een aftapkraantje maak je de opvangzak leeg.

Wat kun je zelf doen bij urine-ophoping?  

Als er zich urine in je nieren en/of urineleiders ophoopt, kun je daar zelf niets aan doen. 

Wat je wél kunt doen, is je klachten op tijd melden. Want hoe eerder het probleem verholpen wordt, hoe beter het is. Heb je pijn van je urinewegen en/of koorts? Blijf er niet mee zitten, en praat er over met je arts of verpleegkundige.  

Wat wil je en wat vind je belangrijk?

Als je arts je een behandeling voorstelt, hoef je daar geen ‘ja’ op te zeggen. Het is erg belangrijk om goed na te denken over wat jij zelf wil. Vraag gerust naar de voordelen en de nadelen van de behandelingen. Wat weegt voor jou het zwaarst? Wat wil je wel, en wat wil je niet?

Bespreek je wensen met je arts, zorgverleners en naasten. Vertel hun duidelijk wat je wilt. Dan kunnen zij jou de zorg bieden die bij jou past.